Vijf weken lang kijkt PokerCity’s voormalige boegbeeld Rolf Slotboom nog één keer naar de huidige staat van het Nederlandse poker. Aan de orde komen persoonlijke zaken over een nieuw leven als recreatief pokerspeler (is dat eigenlijk wel leuk?), maar ook wat er door de jaren heen is veranderd voor professionele spelers – of waar spelers zelf misschien steken hebben laten vallen.
Vandaag kijkt Rolf in de eerste van vijf columns terug op een flink aantal jaren kansspelwetgeving – op de ongekend lange weg naar regulering. Gisteren kwam KOA officieel door de Eerste Kamer. De vraag die voorligt in deze column: moeten spelers hier eigenlijk blij mee zijn?
Het is zover! Waar zoveel jaren voor is gestreden, is nu eindelijk een feit: online poker is legaal. Althans, vanaf pakweg 2020 of 2021, wanneer de eerste vergunningen zullen worden verleend. Het is iets waar jarenlang voor is gewerkt door enkele pokerspelers en organisaties, vanuit de gedachte dat regulering wenselijk zou zijn. Maar moeten spelers ook blij zijn met het uiteindelijke resultaat?
In algemene zin: ja zeker wel. Al jaren terug schreef ik dit stuk over de vijf voordelen van online regulering, en eigenlijk alle genoemde voordelen zijn nog steeds van toepassing – alhoewel niet allemaal meer even sterk als destijds.
Dat er voor pokerspelers zoveel ‘goede’ zaken in de nu aangenomen KOA-wet zitten (belastingvrij voor spelers, voldoende attractief spelaanbod, international liquidity etc.) dat kan worden gezien als een ongekend succes. Zeker omdat gokkers/pokeraars slecht verenigd zijn, electoraal nauwelijks waarde hebben, en politiek gezien erg weinig ‘gunfactor’ hebben. Ofwel: minder lobbykracht om ongewenste aanpassingen te voorkomen. De meeste lobby’s van belangenorganisaties of van zittende vergunninghouders waren ongekend groot en professioneel georganiseerd; namens de spelers betrof het gewoonlijk slechts enkelingen (waaronder ikzelf) die voor hun belangen opkwamen met niet veel meer dan slechts een goed verhaal. En toch gebeurde deze belangenbehartiging kennelijk zodanig goed dat ook na alle aanpassingen, moties en amendementen aan deze kernbelangen voor spelers slechts in beperkte mate is getornd.
Nadelen regulering
Maar nadelen aan regulering zijn er ook. De belangrijkste zijn:
- Is het allemaal niet te laat?
Regulering was urgent in de periode tussen 2007 en 2012, toen online poker aan een ongekende opmars bezig was. Dát was het moment dat spelers beschermd dienden te worden tegen mogelijke gevaren. Inmiddels zijn we 12 jaar later, misschien zelfs 14 jaar na inwerkingtreding van KOA, en is er een hele generatie spelers geweest die onbeschermd alle risico’s van een volkomen nieuw fenomeen heeft moeten ondergaan. Groepen voor wie betere preventie mosterd na de maaltijd is, omdat ze allang dik in de problemen zijn geraakt gedurende de jaren dat de overheid weg keek. Voor de generatie van nu is online ook allang niet meer nieuw – het is een realiteit. De jongeren van nu zijn zich veel meer dan die van vroeger bewust van online risico’s. Die weten, mede door de inspanningen van overheid en organisaties als PokerBond en Centrum voor Verantwoord Spelen (met daaruit voortvloeiend Ik Ben KOA), en helaas ook vaak door schade en schande, dat je je geld zomaar kunt kwijtraken, dat een site failliet kan gaan, dat een aanbieder eenzijdig voorwaarden kan aanpassen ten koste van spelers. Deze bescherming van spelers was jaren geleden cruciaal toen online nieuw was en pokeren nog hot was, maar lijkt iets minder urgent nu online een steeds vanzelfsprekender realiteit is geworden voor ervaren, jonge of potentiële pokeraars, in een online markt die volop tekenen vertoont van evenwicht, verzadiging en een toenemende verantwoordelijkheidszin. - Wordt het probleem van illegaliteit wel opgelost?
Er is in de loop der jaren ongekend veel geschaafd aan KOA. Hoewel pokerspelers zoals gezegd nog altijd heel trots kunnen zijn dat vrijwel alles wat voor hen belangrijk is (international liquidity, geen aanbieders uitgesloten van vergunningen, belastingvrij kunnen spelen bij vergunninghouders) in de wet zit, zijn vrijwel alle aanpassingen vanuit de politiek gericht geweest op het beperken van verslavingsrisico’s of het veiligstellen van belastinginkomsten – niet zozeer op het verzekeren van een aantrekkelijk spelaanbod of goede spelvoorwaarden. Alles staat, ook na de stroom aan moties en amendementen, alsnog vrij gebalanceerd verwoord. Maar bijvoorbeeld richting de online aanbieders zijn de voorwaarden inmiddels zodanig aangescherpt (29% kansspelbelasting i.p.v. de 20% waarop eerst was ingezet, plus een pakket aan scherpe en mijns inziens terechte eisen wat betreft preventie en vroegsignalering van mogelijke problematiek) dat een aantal aanbieders misschien wel helemaal geen vergunning gaat aanvragen. En hoe meer illegale aanbieders er zullen blijven, des te minder zal sprake zijn van de gewenste consumentenbescherming, en des te groter de kans dat KOA mislukt. - Blijft het spelaanbod wel voldoende attractief?
Dit is gerelateerd aan het bovenstaande. Als door te zware lasten voor aanbieders het legale aanbod schraler of duurder dan het illegale aanbod zou worden, gaan alsnog veel spelers richting het illegale aanbod. Terwijl het juist andersom moet zijn: het legale aanbod moet, mede doordat spelers legaal en belastingvrij kunnen spelen, een stuk aantrekkelijker zijn dan het illegale aanbod. En de vraag is of de politiek, met haar nadruk op zekerstellen van belastinginkomsten of maatregelen die mogelijk ten koste gaan van het spelplezier, niet te zeer pennywise en poundfoolish is geweest. Ofwel: door op microniveau of vanachter het bureau allerlei regels te willen bedenken, mogelijk is vergeten wat eigenlijk het grote doel is van regulering: de consument leiden naar een betrouwbaar, veilig, attractief en legaal aanbod.
Profspelers en regulars soms kritisch
Heel wat risico’s en nadelen, dus! Het zijn precies de argumenten die ervoor hebben gezorgd dat spelers helemaal niet zo massaal voor regulering waren als je misschien zou verwachten. Vooral profspelers of regulars gaven soms aan dat ze liever in de illegaliteit zouden blijven: beter de bekende oude situatie dan een onbekende nieuwe situatie. Daarbij moet wel worden aangegeven dat in de periode tot pakweg 2012 vrijwel alle tegenstanders van regulering probeerden onder de radar te blijven, en hoopten op deze wijze onder hun wettelijke belastingplicht uit te komen. Vrijwel alle spelers die wél vanaf het begin keurig hun belasting betaalden onder de wat ik altijd heb gezien als schandelijke belastingvoorwaarden (29% op maandelijkse basis zonder enige aftrek van verliesmaanden of onkosten) waren voorstander van een situatie waar zijzelf belastingvrij konden spelen, en waarbij de aanbieder de belastingplicht op zich nam. (Al is ook deze belastingplicht voor spelers inmiddels allang ingehaald door rechterlijke uitspraken, terwijl juist de verschuiving van belastingplicht van speler naar aanbieder als noodzakelijke basis werd gezien voor het succes van KOA, als basis voor het politieke doel van voldoende kanalisatie.)
Een ander argument van regulars tegen regulering was: kosten voor spelers zullen hoger gaan worden, spelvoorwaarden zullen mogelijk verschralen. Hoewel deels een valide argument, heb ik altijd gezegd dat de allerbelangrijkste reden voor goede spelvoorwaarden is: concurrentie onder de aanbieders. Als er voldoende concurrentie is, en spelers ook bij andere aanbieders een vergelijkbaar grote of softe player pool kunnen vinden, of even goede games, dan zal geen aanbieder het in zijn hoofd halen de rake te verhogen of de FPP’s te verschralen. Winnende regulars hebben de laatste jaren gemerkt dat ook in de pre-reguleringssituatie hun spelvoorwaarden aanzienlijk zijn verschraald, en dat aanbieders steeds minder zitten te wachten op hún actie maar zich steeds meer richten op recreatieve spelers. Dit alles zal niet veel verslechteren na regulering. Sterker, het lijkt logisch dat er in ieder geval enige maanden of jaren na de regulering juist een korte opleving zal zijn waar spelers iets aan hebben: volop acties en promoties zullen zijn gericht om Nederlandse spelers te binden – acties en promoties die momenteel nog niet mogen.
Waarom regulering toch zo belangrijk is
Al met al, ondanks alle genoemde bezwaren, is het toch goed dat de regulering erdoor is. Vooral uit principiële zin: spelers moeten veilig zijn, beschermd – en moeten hun hobby op legale wijze kunnen uitoefenen. Vooral recreatieve spelers of nieuwe spelers zullen hier baat bij hebben, en spelers met (potentieel) risicovol spelgedrag. Alleen al om deze redenen is het heel goed dat KOA erdoor is.
Maar het doet er niet aan af dat de politiek zich moet schamen over hoe lang dit traject heeft geduurd. Als bescherming van burgers prioriteit is, zoals door alle partijen van links tot rechts altijd is beweerd, dan dient deze bescherming direct serieus te worden genomen. En niet pas 12 of zelfs 14 jaar later, met dan ook nog eens een op delen waterig compromis van het initiële idee.
Goed inhoudelijk verhaal Rolf! Vragen die mij links en rechts gesteld worden (en waarvan het een beetje gissen is naar het antwoord) gaan over de onzekerheid tot aan de regulering en of er wel genoeg pokeraanbieders zijn straks met een licentie die interessant zijn voor spelers. Concreet:
– Wat verandert er nu (letterlijk, vandaag de dag) voor de spelers? Gaan er sites op zwart, is het slim je geld uit te cashen? – Ik denk dat er niets anders wordt aan de huidige situatie van gedogen en dat spelers gewoon door kunnen spelen er zullen geen sites offline gaan in Nederland nu, anders was dat allang gebeurd eerder. Hoe zie jij deze tussenfase?
– Veel vraagtekens rondom de aangenomen motie van de PvdA die de regering verzocht dat vergunningverlening voor het aanbieden van kansspelen op afstand alleen geschiedt aan partijen die zich gedurende een periode van twee jaar niet zonder vergunning op de Nederlandse markt hebben gericht. Veelgehoorde conclusie: er zullen nauwelijks aanbieders zijn want veel mensen denken dat de grote pokerrooms dus worden uitgesloten omdat ze niet aan deze voorwaarden zouden voldoen.
Maar dat denk ik dus niet, want alle grote partijen houden zich al jaren gedeisd als het gaat om direct en/of specifiek op Nederlanders gerichte uitingen. Alle communicatie is in het Engels, er zijn geen sites van grote aanbieders te vinden in het Nederlands en veel partijen hebben actief sites (zoals ook PokerCity) benadert om ergens een oude promotie weg te halen, zodat het blazoen volledig opgepoetst zou zijn als er licenties uitgedeeld gaan worden. Kortom, ik zie het niet zo pessimistisch in en verwacht dat veel grote aanbieders mits ze een licentie aangevraagd hebben, die ook zonder al te veel gedoe gaan krijgen waarbij uiteraard voldaan moet worden aan de voorwaarden gesteld door de KSA.
Hoe zie jij dit?
Precies zoals jij dat beschrijft, Pieter. Vrijwel alle grote aanbieders zullen m.i. zeker een licentie krijgen indien ze deze aanvragen. Moet ook wel, want men heeft ook nog het kanalisatiedoel en kan zich niet veroorloven te gemakkelijk aanbieders te weren. En wat betreft 1: ik zie geen enkele aanleiding waarom sites op zwart zouden gaan of dat uitcashen nodig zou zijn. If anything, was het gevaar voor spelers groter vóór regulering dan nu.
En: dank voor je aardige woorden. (y)