Over poker en de wet bestaan nogal wat misvattingen en onduidelijkheden. Wij spraken met twee specialisten op het gebied van de ‘gaming industrie’, om eens wat meer opheldering te krijgen.
Voor Justin Franssen begon de liefde voor de gaming industrie toen hij in zijn studententijd een bijbaan als croupier had bij Holland Casino, en later op luxe cruiseschepen. Toen het tijd werd om zijn scriptie te schrijven, midden jaren ’90, was dat net het prille begin van het online gokken. Dat bracht een heleboel nieuwe juridische problemen met zich mee – interessante afstudeerstof, dus. Toen hij de advocatuur in stapte, hoefde hij dan ook niet lang na te denken over het specialisme dat hem het meest aantrok. Inmiddels bestaat 100% van zijn praktijk uit cliënten uit deze industrie: operators, affiliate websites, reclamebedrijven, omroepen en Payment Service Providers.
Nu valt poker nog onder de Wet op de Kansspelen, maar binnenkort komt de zaak PokerBussum voor de rechter: een inval bij een ‘illegaal’ pokertoernooi. De advocaat van de organisatoren, Peter Plasman, wil van de rechter een principiële uitspraak horen: is poker een kansspel? Heeft hij een kans van slagen?
JF: Moeilijk te zeggen. Plasman is natuurlijk een gewaardeerd jurist én pokerspeler, dus die zal er zijn tanden zeker inzetten. Mocht hij verliezen, dan kun je er vrij zeker van zijn dat er een hoger beroep komt, en als hij wint dan gaat het OM natuurlijk ook in beroep. Dus de kans is groot dat dit uiteindelijk bij de Hoge Raad terechtkomt. De Hoge Raad heeft in 1998 bepaalt dat poker een kansspel is, omdat, kort gezegd, de meerderheid van de spelers het als kansspel speelt. Maar volgens Plasman – en dat ben ik met hem eens – zijn er nu nieuwe feiten en inzichten. Je hebt de uitspraken van Professor van der Genugten uit Tilburg gelezen, die erop hamert dat poker toch echt geen kansspel mag heten. En in dit geval, bij PokerBussum, deden er vooral pokerhobbyisten mee die waarschijnlijk geen van allen puur als ‘gokkers’ aan het spelen waren.
Uiteindelijk spelen er drie vraagstukken. Ten eerste is er de juridische definitie van een kansspel. Op dit punt is de jurisprudentie niet eenduidig. Dus daar kan een rechter meerdere kanten mee op. Dan is er de speltheoretische benadering, zeg maar de argumenten van Van der Genugten en de zijnen – waarbij het de vraag is in hoeverre die door de rechter begrepen en overgenomen worden. En ten slotte is er het rechtspolitieke vraagstuk: zelfs als je gelijk zou moeten krijgen op grond van juridische argumentatie, is het dan wel wenselijk dat poker buiten het bereik van de Wet op de kansspelen komt te vallen? Anders gezegd: Wat doet de staat er dan mee? Minister Hirsch Ballin heeft al aangekondigd dat pokertoernooien buiten HC verboden blijven, zelfs al wordt het spel juridisch als behendigheidsspel gekenmerkt.
Klinkt vrij pessimistisch…
JF: Ik wil natuurlijk niet op de zaak vooruitlopen. Maar de belangen van de staat zijn zo groot, dat ik het niet zo snel zie gebeuren dat men dit zo één twee drie uit handen geeft.
Stel, poker blijft inderdaad een kansspel. Zijn we dan op de Europese Commissie aangewezen, om het monopolie van HC te doorbreken?
JF: Wat die staatsmonopolies betreft, daarover wordt – niet alleen in Nederland – flink gevochten. Heel wat procedures belanden op dit moment bij het Europese Hof van Justitie waaronder de zaken Betfair/Minister van Justitie en Ladbrokes/De Lotto. Dus wat dat betreft is er wel een bepaalde druk. Maar ook hier geldt dat de belangen van de lidstaten om hun monopolies te beschermen, enorm zijn. De Europese Commissie fronst inderdaad z’n wenkbrauwen bij de Nederlandse verdediging van het kansspelbeleid, in het bijzonder het beleid rondom sportweddenschappen… maar wordt Nederland dan straks echt voor het Europese Hof gedaagd? Dat ligt politiek erg lastig. Ik zie dan nog eerder gebeuren dat er nieuwe afspraken gemaakt worden, waarbij de lidstaten het hele nationale kansspelbeleid zelfs buiten het verdrag proberen te plaatsen en daarmee de Europese Commissie en het Europese Hof van Justitie buiten spel proberen te zetten.
Dus er is weinig hoop?
JF: Nou, waar eventueel heil van te verwachten is, is dat het illegale circuit zulke vormen aanneemt dat er een idee ontstaat van “If you can’t beat ‘em, join ‘em.” Dat is in feite ook wat er in de speelautomatenbranche gebeurd is: dat is gelegaliseerd omdat het toch wel gebeurde. Ook qua online gokken zie je dat bijvoorbeeld Spanje en Italië heel pragmatisch te werk gaan en het gewoon –onder strikte voorwaarden – toe gaan staan.
Nederland is nog wat halsstarriger, al zie je qua illegale pokertoernooien dan wel weer dat de minister zegt: kleinschalige activiteiten gaan we min of meer gedogen. Dat is nog geen garantie – een overijverige Officier van Justitie kan alsnog besluiten een inval te doen – maar misschien wel een teken aan de wand. Zeker nu Holland Casino het steeds minder aanbiedt en daardoor naar verwachting het ‘illegale’ circuit alleen maar zal groeien. Dat is afwachten. Het blijven spannende tijden!
Het laatste deel van dit tweeluik is vanaf maandag 10 november te lezen op PokerCity. Daarin legt fiscalist Frans Duynstee alles uit over poker en belastingen!
Voor meer informatie kun je contact opnemen met Justin Franssen en Frans Duynstee, advocaten bij Van Mens & Wisselink, via [email protected]
Dit vraaggesprek is een voorpublicatie uit Poker Magazine #5/2008; vanaf 13 november in de winkel.