Poker in het nieuws

Dat poker niet bepaald meer onder de radar opereert is duidelijk, maar dit is toch een van de eerste keren dat een Nederlands dagblad de krant opent met een artikel over poker. En nog geeneens over wetgeving of een ander keihard nieuwsverhaal. Nee, het is een interview met jonge honden Julien, Jonathan en Erik, en ‘oudgediende’ Peter Dalhuijsen.
 
Zie hier het artikel:
 
Ze zijn jong, intelligent en rijk. Riante appartementen, luxe reizen: hoe poker op internet steeds meer Nederlandse jongeren financieel onafhankelijk maakt.

Hoeveel ze verdienen? Beroepspokeraar Julien (19) en student politicologie Jonathan (22) twijfelen even. Ook de fiscus leest de krant, en die kun je beter niet op ideeën brengen. ‘Laten we het houden op duizenden dollars’, zegt Jonathan uiteindelijk. Zijn 20-jarige vriend Erik, die een kwartiertje later per taxi aankomt bij het luxe Amsterdamse appartement van Jonathan, heeft minder angst voor de Belastingdienst. ’Ik kan 30.000, 40.000 dollar per maand verdienen.’ Julien en Jonathan geven geen krimp: ‘Dat zegt Erik, hè. Wij niet.’ Erik gaat onverstoorbaar door. ‘Eerlijk gezegd zit ik nog laag met die schatting.’

|Julien, Jonathan en Erik (van links naar rechts) kunnen zo 30.000 dollar per maand verdienen. Foto: Evert Elzinga

Welkom in de wereld van poker, de wereld van full houses, flushes en bluffs, de wereld die voor honderdduizenden Nederlanders vooral een leuke hobby is. Maar voor een groeiende groep jongeren die vooral op internet spelen, is het kaartspel een zeer lucratieve baan. Officiële cijfers zijn er niet, maar de meeste professionals houden het er op dat er enkele tientallen Nederlanders zijn die al pokerend tienduizenden dollars per maand verdienen. Daarnaast is er nog een snelgroeiende groep ‘broodpokeraars’: vele honderden jongeren die online genoeg binnenslepen om ruim van te leven – denk aan vijfduizend dollar netto per maand.

Een pokerprof moet slim zijn, leggen de drie uit, en gedisciplineerd, en tegen een stootje kunnen.

‘Mijn grootste verlies op één dag is iets van 7.000 dollar’, zegt Erik.

Julien reageert verbaasd. ‘Zo weinig?’ De laatste tien dagen zat het hem drie keer niet mee: eerst verloor hij 12.000 dollar, daarna nog twee keer 8.000. Hij haalt zijn schouders op. Slechte week, kan gebeuren. En op de andere dagen maakte hij het verlies makkelijk goed, waardoor hij de tien dagen wel met winst afsloot.

Nog belangrijker dan mentale weerbaarheid is een goede neus voor slechte spelers. Wie tegen acht kneuzen speelt, wordt slapend rijk, wie het tegen acht toppers opneemt, is snel blut. ‘Je moet het een beetje als een sport benaderen’, zegt Julien. ‘Geconcentreerd zijn, uitgeslapen zijn, niet spelen tegen betere spelers, niet om te hoge bedragen spelen, zorgen dat alle randvoorwaarden in orde zijn.’

Maar wat maakt iemand een goede speler? Waarom verdienen sommigen een vermogen, en lijden anderen structureel verlies? Het sleutelwoord is intelligentie. Bijna allemaal hebben de professionele internetpokeraars een vwo-diploma en zijn ze wiskundig goed onderlegd. Welke kaarten heeft de tegenstander waarschijnlijk? Hoe groot is de kans dat zij de beste hand hebben of krijgen? Is de tegenstander weg te bluffen? Is de hoeveelheid geld in de pot een nieuwe investering waard? Alle informatie wordt, vaak met behulp van extra computerprogramma’s, uitvoerig geanalyseerd, om zo tot de juiste beslissingen te komen. Met een regelmatig maandinkomen als gevolg. Over een paar maanden verhuizen Jonathan en Julien naar Dublin. Daar wonen al twee jonge Nederlandse spelers, die binnenkort gezelschap krijgen van een hele lading ‘collega’s’. Voornaamste reden: het onduidelijke belastingregime in Nederland. ‘Het is hier een grijs gebied’, zegt Jonathan. ‘In Ierland kunnen we wit aan een vermogen gaan bouwen.’ Erik gaat niet mee: hij vindt het veel te leuk in zijn appartement van 170 vierkante meter met jacuzzi in het centrum van Groningen. ‘Maar wat als je alles in moet leveren bij de Belastingdienst?’, werpen Julien en Jonathan tegen. Erik haalt zijn schouders op. Met een knipoog: ‘Dan kan ik eindelijk gaan studeren.’

Rijk, met dank aan de sukkels

‘Iedereen die een universitaire studie af kan maken, kan een regelmatig inkomen halen uit online poker.’ Peter Dalhuijsen, de Nederlands kampioen poker van 2007, zegt het met grote stelligheid. ‘Het is voor 80 procent een wiskundig spelletje. Wat heb ik in mijn hand? Wat kan mijn tegenstander hebben? Wat denkt hij dat ik heb? Hoe kan ik hem laten denken dat ik iets heel goeds heb?’

Dalhuijsen was in 1999, toen de eerste internationale pokersite online ging, een van de eerste tien Nederlanders die pokerde op internet. In Nederland kreeg het spel nauwelijks voet aan de grond: vijf jaar later, in 2004, bestond de online gemeenschap uit minder dan honderd man. Sinds in 2005 de pokerhype losbarstte – mede door een mediaoffensief van Dalhuijsen – is het aantal internetpokeraars in Nederland explosief gestegen. De grootste pokersite telt inmiddels ruim 20.000 Nederlandse leden.

Door die grote toestroom – ook in andere landen wint poker snel aan populariteit – is pokeren op internet inmiddels een lucratieve bezigheid. Veel spelers betekent immers dat ook veel slechte spelers toestromen, die allemaal honderden dollar inleg meenemen. ‘Ongeveer 5 procent van de pokerspelers is winstgevend’, zegt Dalhuijsen, die in het Holland Casino sinds afgelopen zomer alweer een ton bij elkaar kaartte. ‘Daarna komt een grote groep, van zeg 30 procent, die na veel geploeter ongeveer quitte speelt. De rest lijdt structureel verlies.’

Poker een kansspel? Ja, zegt de Hoge Raad. Ja, zegt het kabinet. De professionals kunnen er alleen maar om lachen. Natuurlijk krijgt de een soms betere kaarten dan de ander, maar over een heel jaar is de invloed van geluk te verwaarlozen, zegt Dalhuijsen. ‘Iedereen krijgt over die periode dezelfde kaarten, dezelfde situaties. Wie de beste beslissingen neemt, wint.’

En waar in het casino nog wel eens succesvol wordt gespeeld door ‘jongens van de straat’, zoals Dalhuijsen ze noemt, is winstgevend pokeren op internet voorbehouden aan slimmeriken. Bijna allemaal hebben de jonge professionals een vwo-diploma, zijn ze wiskundig sterk, analyseren ze hun verliezen en winsten grondig en weten alles van verwachtingswaardes en kansenpercentages.

‘Een beroemd gezegde’, doceert Dalhuijsen, ‘is dat je best de tiende speler van de wereld kunt zijn, maar als je met de negen betere gaat spelen verlies je een hoop geld. Ook als je niet heel goed bent, kun je dus winst maken, door mensen te zoeken die nóg minder goed zijn.’

De afgelopen drie jaar leefde Dalhuijsen volgens die regels in Barcelona, waar hij in het plaatselijke casino Spaanse gokkers en toeristen van hun geld af hielp. Het niveau is er minder hoog dan in Amsterdam, en de bedragen die er omgaan hoger – tel uit je winst.

In Las Vegas, waar Dalhuijsen elke zomer doorbrengt, is dat nog extremer. ‘Domme mensen die poker op tv zien denken: dat kan ik ook! Afgelopen zomer speelde ik in Vegas tegen een gozer die de hele huishoudpot had meegenomen en er heilig van overtuigd was dat hij ging winnen. In no time was hij alles kwijt.’ Inmiddels woont ‘De Dal’ met twee pokervrienden in Praag, waar het kaartspel nu ook in opkomst is.

Hoewel er grote verschillen zijn tussen aan tafel zitten in een casino en pokeren op internet – in een casino kun je uit het gezicht, de houding en andere eigenaardigheden van je tegenstanders een hoop informatie halen – staat ook online alles in het teken van de speurtocht naar slechtere spelers.

Zo ook bij de 27-jarige Don, die door elke dag een uur of vijf te pokeren een bovenmodaal inkomen bij elkaar speelt. In zijn huurhuis in Voorburg laat hij een imposante hoeveelheid software zien die alle statistieken bijhoudt: van zijn eigen spel, maar ook dat van zijn tegenstanders. ‘Iemand die meer dan 40 procent van zijn handen speelt, is per definitie slecht’, zegt Don. ‘Zodra ik zulke spelers tegenkom, markeer ik die in dit programma, zodat ik een melding krijg als ze weer achter hun computer zitten en beginnen te pokeren.’ Dezelfde behandeling krijgen spelers die regelmatig merkwaardige beslissingen nemen. Dons database telt inmiddels tienduizenden spelers die hij als potentiële geldschieters ziet.

Ook het tijdstip waarop de computer aan wordt gezet is van belang. Overdag een potje spelen kan best, maar, zo weten alle professionals, dan zijn vooral de professionals online. Recreatieve spelers hebben op dat tijdstip immers wel wat beters te doen. ’s Avonds beginnen en tot diep in de nacht doorspelen – als ook de werkdag in Amerika er op zit – is daarom het best voor de winstverwachting.

De spelers met talent, discipline en doorzettingsvermogen hebben daardoor vaak op jonge leeftijd al ruime appartementen, gaan eens per twee maanden op vakantie en hebben na een tijdje tonnen op de bank. Dalhuijsen, zelf 29, ziet het hoofdschuddend aan. ‘De mensen van mijn leeftijd weten nog hoe het is om in de normale maatschappij te staan. Nu zijn er jongens van achttien die nog nooit hebben gewerkt en potjes spelen voor hele maandsalarissen. Die zijn verpest voor de rest van hun leven, die gaan echt niet meer voor een baas werken.’

Natuurlijk, het levert veel geld op, dus Dalhuijsen snapt de jonge professionals wel. ‘Maar ik zeg ook vaak tegen ze: wil je dit tot je dood blijven doen? De reizen naar toernooien in het buitenland maken het voor mij leuk, poker stelt mij in staat om te leven zoals ik wil. Maar online poker is het saaiste wat er is.’

De beroepspokeraars Erik (20), Julien (19) en Jonathan (22) zijn niet onder de indruk van de waarschuwende woorden van de nestor. Zij snappen ook wel dat levenslang pokeren niet zaligmakend is. Jonathan is bezig met het opzetten van een bedrijfje, Julien droomt van zijn eigen restaurant of club, en ook Erik loopt over van ondernemende ideeën en wil samen met Jonathan carrière maken als pokercommentator op tv.

Julien: ‘Als je een miljoen achter de hand hebt, heb je de vrijheid om te doen en laten wat je wil. Dat is de reden waarom ik poker speel. Het is een interessant spelletje, maar het gaat me gewoon om de financiële onafhankelijkheid

Pieter Salet
Pieter Salet a.k.a. 'PrinsFlip' uit Nijmegen is sinds 2009 aan PokerCity verbonden. Sinds 2017 is hij eigenaar, samen met Lars 'LarsVegas' Smeets.