Iedere zaterdag verschijnt hier een column van Rolf Slotboom.
Rolf is een van Nederlands beste pokerspelers en tevens een internationaal gewaardeerd schrijver van pokerboeken en artikelen.
Wat een wereld!
Het is een mooie maandagavond (volle maan), en ik ben bezig aan een recordserie. Ik zit aan de duurste pokertafel en Vrouwe Fortuna heeft het goed met me voor: mijn stapel fiches is tot enorme proporties uitgegroeid. Mijn opponenten kijken met een mengeling van afgunst en bewondering naar mijn immense berg chips, en ik voel me de koning zelve: het lijkt wel alsof het pokerspel geheel en al voor mij alleen is uitgevonden. Ik leun rustig achterover in mijn stoel, eet wat, drink wat, kijk wat of spreek wat, en denk: Jongens, wat is het leven mooi.
Op dat moment komt een nieuwe pokerspeler aan tafel, één van Nederlands bekendste (en beste) voetballers. Niet alleen voetbalt hij goed, ook aan de pokertafel staat hij zijn mannetje, met de voor dit spel vereiste combinatie van rust, discipline, durf en vertrouwen. Hij is niet bang al zijn fiches in te zetten als hij denkt dat hij de beste kaarten heeft, en hij durft te bluffen als hij denkt dat hij niet de beste kaarten heeft.
Welnu, de voetballer zit amper aan tafel, of hij en ik hebben gelijk een pittige confrontatie als we spelen om een gigantische pot. Al onze fiches staan in het midden van de tafel, zowel mijn enorme torens als zijn immense berg, en ik voel me heerlijk want ik heb de best mogelijke kaart… twee azen. Er is slechts één probleem: er volgen nog vijf kaarten, en pas dan wordt bepaald wie de hoogste kaart heeft – en dus de pot wint. De hele tafel is bedekt met fiches, en van heinde en verre stromen mensen toe om de actie te kunnen zien. Ik sta met de borst vooruit, reeds bedenkend wat ik straks zal doen met al mijn winsten.
Maar als de croupier de overige kaarten draait, tovert hij voor mijn opponent twee paren tevoorschijn, tegenover de twee kale azen van mij. Mijn azen zijn gekraakt, m’n enorme berg met chips staat ineens aan de overkant, en ik graai uit mijn broekzak wat nieuw geld tevoorschijn – mijn ego enige malen kleiner dan een minuut daarvoor. De voetballer grijnst en zegt: “Pech gehad, jongen. Volgende keer beter”, en neemt nog een trekje van zijn sigaar. Ik ben de sigaar. Wat een wereld!
Een ‘bekende’ voetballer in Zwolle, of 1tje die we allemaal wel kennen? 😉
Een ‘bekende’ voetballer in Zwolle, of 1tje die we allemaal wel kennen? 😉