Strategie & Soesman: Card Discounting

Leroy Soesman behandelt regelmatig voor PokerCity een strategisch onderwerp. Deze keer bespreekt hij het principe van card discounting.

In een spel als poker is elk stukje informatie geld waard. Als speler doe je er alles aan om erachter te komen met welke handranges mensen raisen, callen of squeezen. Daarbij moet je niet vergeten te denken aan de makkelijkst te vergaren informatie van allemaal: jouw eigen kaarten. Want ook die zeggen wat over de handranges van jouw tegenstander; het is immers zeker dat die kaarten niet in jouw tegenstanders’ hand kunnen zitten. Het lijkt een open deur, maar het is er wel eentje die veel spelers regelmatig vergeten in te trappen. Wanneer je je eigen kaarten uit de handrange van je tegenstander haalt, dan noem je dat ‘Card Discounting’. En dat kan zowel preflop als postflop goed van pas komen.

Het bekendste voorbeeld van spelers die card discounting toepassen is misschien wel bij het preflop 4bet bluffen (oftewel het preflop raisen van een re-raise). Dit is tegenwoordig een populaire manier om het agressievere preflop 3betten te bestrijden door er zelf weer een raise bovenop te gooien. Een voorbeeld maakt het duidelijkst hoe card discounting hierin een rol kan spelen.

Voorbeeld #1: Voor de flop

Je speelt $50 NLHE en je opent met A=h 4=h de button naar $1.25. De speler in de Big Blind (BB) laat niet zo makkelijk over zich heenlopen en 3bet jouw raise naar $5. De rest van de tafel foldt en jij moet beslissen wat je gaat doen. Callen is niet echt een winstgevende optie, folden kan natuurlijk altijd. Maar je kunt zoals gezegd ook een 4bet bluf overwegen: een kleine reraise naar $9, waarmee je jouw tegenstander onder druk zet.

Uit eerdere sessies weet je dat deze speler in totaal ongeveer 6% van de gevallen 3bet, maar dat dit percentage vanaf de BB ongeveer 12% is. Uit jouw ervaring weet je dat de range van deze speler hier redelijk gepolariseerd is. Dat wil zeggen dat hij óf een erg goede hand heeft, óf een bluf. Deze speler zal JJ+, AJs+, KQs, AJo+, KQo 3-betten voor value en hij zal die hele range op KQs en KQ na waarschijnlijk ook all-in gooien als jij hem besluit te 4betten. De rest van zijn range, die voornamelijk uit kleine paren en pure blufs bestaat, zal hij folden.

Maar er is iets waar we wel rekening mee moeten houden. Wij hebben namelijk een A in onze hand en die kan de BB dus niet meer hebben. En dat terwijl zijn value range voor een belangrijk deel Azen bevat. Dit betekent dat hij, in plaats van 6 mogelijke combinaties van AA, er nog maar 3 kan hebben. Net zo kan hij op nog maar 12 mogelijke manieren een hand als AK, AQ of AJ hebben, in plaats van 16. Al met al verdwijnen er zo’n 15 handen uit zijn value range, wat goed is voor zo’n 20% van die range. <!–[if !supportLineBreakNewLine]–>

Jouw bluf zal dus een stuk vaker werken dan wanneer je besluit te 4betten met een hand als 87, bijvoorbeeld. Er is echter nog voordeel. Hij zal ook zo nu en dan all-in gaan als bluf. Voor hem is een A dan een uitstekende kaart om dat mee te doen. Niet alleen heeft hij nog equity in de hand als jij een monster als KK blijkt te hebben, maar de A die hij zelf heeft maakt de range waarmee jij 4bet voor value op zijn beurt weer een stuk zwakker. Doordat wij nu zelf een A hebben wordt dus niet alleen zijn value range kleiner, maar ook zijn all-in (5bet) blufrange. Dit levert op dat jouw 4bet bluf naar $9 een stuk vaker zal werken dan wanneer je een willekeurige hand besluit te 4betten.

Voorbeeld #2: Na de flop

Dit principe is ook postflop toepasbaar. In dit voorbeeld speel je heads-up $50 NLHE tegen een redelijke speler. Jullie hebben hier en daar wel wat op elkaar terug gespeeld, maar over het algemeen verloopt de game gemoedelijk. De BB speelt ongeveer 75% van zijn handen op de button en 35% van zijn handen op de Big Blind. Hij heeft niet veel raars gedaan, hoewel je hem wel een paar keer hebt zien floaten uit de BB. Jij opent ditmaal 9=c 8=d naar $1.25 en de BB callt jouw raise. Op de flop ligt:

K=c 8=h 5=h. (Pot: $2,50)

De BB checkt en callt jouw bet van $2. Op de turn ligt er:

K=c 8=h 5=h J=c. (Pot: $6,50)

Nu besluit de BB niet te wachten tot jij bet maar zelf te betten. Hij bet $4. De actie is nu bij jou en hoewel jouw hand door de J wat slechter is geworden, vraag je je af wat hij kan representeren met deze rare lijn.

Het kan natuurlijk zijn dat hij een K heeft en nu de turn uitbet omdat hij bang is dat jij met deze actie vaak door zal checken op een board met opeens wel erg veel draws. Hij zal preflop flatten met handen als K8 of K9, en wat meer Koningen die nog suited zijn. KJ zal hij waarschijnlijk 3betten preflop, evenals andere betere Koningen. Nu is het zo dat jij een 8 en een 9 in jouw hand hebt, en dat er een 8 en K op het board liggen, waardoor het een stuk minder waarschijnlijk wordt dat hij een hand met een K erin heeft.

Misschien heeft de turn hem geholpen, met een hand als T9, J9, JT of QJ en hoopt hij met een rare lijn wat lichte calls te krijgen door handen van het kaliber dat jij hebt. Maar deze handen hebben de flop volledig gemist. Hij zal die waarschijnlijk folden, tenzij ze van harten zijn of tenzij hij wat wil floaten. Wellicht dat hij ook nog callt als ze van klaveren zijn en hij twee backdoors heeft geflopt. In dat geval vallen T=c 9=c en J=c 9=c echter af, aangezien jij zelf de 9=c hebt.

Hij kan ook een hand als het jouwe hebben. Een 8 of een 5. Maar waarom zou hij met die handen de turn betten? Er zit veel meer value in een check.

Het grootste deel van zijn range zal dus waarschijnlijk bestaan uit flushdraw handen. De meest gevaarlijke daarvan zijn 6=h 7=h, 6=h 4=h, 9=h 6=h, 9=h T=h, J=h T=h, J=h 9=h en Q=h J=h. De handen die zowel een straight als flush draw flopten (6=h 7=h, 6=h 4=h en 6=h 9=h) zal onze tegenstander bijna zeker raisen op de flop. Die worden dus een stuk minder waarschijnlijk. Dat geldt zeker voor 6=h 4=h en 9=h 6=h, aangezien een speler met zijn statistieken die preflop waarschijnlijk foldt. Voor elke K=h x=h, waarmee hij een top pair en een flushdraw flopt, geldt eveneens dat een raise op de flop in de lijn der verwachting ligt. Dus ook die vallen af. De flushdraw-handen met de J=h erin, bet hij waarschijnlijk niet altijd op de turn. Dus hoewel het zeer reële holdings voor hem zijn, maakt zijn bet die ietsjes minder waarschijnlijk.

Je kijkt dus heel vaak aan tegen een semi-bluf, een J of een ietwat raar gespeelde K. Maar laten we zeker niet vergeten dat de BB ook nog een move kan maken met random air.

Je besluit de turn te callen en op de river te kijken wat jouw tegenstander doet. Op de river ligt er:

K=c 8=h 5=h J=c A=c. (Pot: $14,50)

Nu besluit de BB wederom te betten. Hij bet $10 en jij stopt even om na te denken. De eerste hand waar je bang voor bent is een flush van klaveren. Die heeft de river gehit. Maar welke klaverendraws komen aan op de river? Misschien een hand als 5=c 6=c. Het is onwaarschijnlijk, maar tegen een enigszins floaty tegenstander is een klaverdraw niet helemaal uit te sluiten.

Let erop dat ook community cards gebruikt kunnen worden voor card discounting. Daar is deze hand een goed voorbeeld van: een boel suited klaverenhanden verdwijnen uit zijn range doordat de A=c op de river valt. Het is niet heel gek voor de BB om de flop te floaten met A-hoog – iets als A=c 8=c tot A=c 4=c, of zo – maar doordat de A=c op de river valt en jij een 9=c in jouw hand hebt verdwijnen al die handen uit zijn range. Ook de J=c op het board maakt een klaverenflush minder waarschijnlijk: hierdoor zijn handen waarmee hij twee backdoors had geflopt, zoals Q=c J=c of J=c T=c, niet meer mogelijk.

Andere handen die uit zijn range verdwijnen zijn K’s en J’s. Hoewel hij die handen op de turn nog prima kon hebben, is het erg onwaarschijnlijk dat hij met deze handen op de river nog bet. Hij zou die waarschijnlijk bijna altijd checken.

Misschien dat hij een betere 8 in een bluf verandert op de river, dat zou vervelend zijn. Het is echter waarschijnlijker dat hij hier de river bet met een gemiste hartendraw of random hand waarmee hij druk besloot te blijven zetten op scarecards.

Ten slotte is het ook nog mogelijk dat hij floatte met een andere A-hoog hand. Die zal hij ook zeker nog betten nadat hij de river hit.

Al met al denk je dus dat hij op de river bet met een A, een gemiste hartendraw, een klaveren flush of random air.

Je besluit te callen en de BB laat Q=h 9=h zien. Je wint een prima pot!

Een belangrijk principe

Deze beide voorbeelden laten zien hoe jouw kennis over de kaarten die in het spel zijn invloed kunnen hebben op jouw beslissingen. In het eerste voorbeeld zorgde de A in jouw hand ervoor dat de succeskans van een 4bet bluf veel groter werd. In het tweede voorbeeld zorgde de 9 in jouw hand en de A op het board ervoor dat je op een lelijke riverkaart een vrij losse maar goede call kon maken. Het principe van card discounting is erg belangrijk in No Limit Hold’em. Zeker doordat de games van nu veel agressiever zijn en je veel vaker lastige beslissingen moet maken, niet zelden voor een grote pot. Ik hoop dat je dit principe met succes kan toepassen in jouw eigen spel en dat je op die manier jouw beslissingen kan aanscherpen!

Leroy Soesman is afgestudeerd psycholoog en professioneel pokerspeler. Als winnaar van het pokerprogramma Vegas Voyage mocht hij een jaar lang internationale toernooien spelen op kosten van Everest Poker.