Mathijs Hagenouw was de beste van een sterk deelnemersveld in het €2.100 Sylvester PSKO event in Rotterdam. Heads-up versloeg hij Kees van Brugge. Marcel Goldenbelt eindigde ook in het geld en werd derde. Toppers als Tobias Peters, Ruben Visser, Joep van den Bijgaart en Jasper Wetemans wisten het geld niet te halen.
Na het doorslaand succes van vorig jaar, 56 entry’s, stond dit superleuke event dit jaar weer op de kalender. Ietwat ongelukkig deze keer, want het viel samen met de finale van de Dutch Open in Breda. Dat zal zeker ook de verklaring zijn voor het lage deelnemersaantal dit jaar. Uiteindelijk stonden er toch 19 entry’s op de klok.
Ondanks de lagere opkomst zat de stemming er goed in in Rotterdam. De organisatie legde de spelers uitgebreid in de watten en die konden dat erg waarderen. Aan de tafel bij Tobias Peters, Ad Schaap en Marcel Goldenbelt was de stemming helemaal jolig. Schaap stelde voor dat iedereen de eerste hand blind all-in zou gaan. Dat idee haalde het niet. Het voorstel van Goldenbelt om gedurende het eerste level met een verplichte straddle te spelen werd beter ontvangen.
René van Krevelen beleefde echter weinig plezier aan dit toernooi vandaag. Hij was de eerste die een re-entry moest doen en ook met zijn tweede bullet kreeg hij weinig voor elkaar. Twee bullets vond Van Krevelen wel genoeg en hij liet het toernooi voor wat het was. Er waren twee spelers die zich via een qualifier geplaatst hadden, te weten Hakan Ozturk en Samir Elabeidi. Ozturk behoorde tot de eerste afvallers. Elabeidi wist de dinnerbreak nog wel te halen, maar daarna vloog hij er enigszins onfortuinlijk uit.
Kees Alblas kon door omstandigheden pas later aansluiten en deed dat net voor het einde van de re-entry periode. Alblas kan maar kort genieten van het toernooi, want in zijn eerste echte hand werd hij meteen uitgeschakeld. De tienen van Alblas hielden geen stand tegen aas-koning van Kees van Brugge en dus kon hij er weer vandoor.
Jasper Wetemans speelde ook niet heel lang mee. Hij schoof een paartje zevens in de koningen van latere winnaar Mathijs Hagenouw en werd zo uitgeschakeld. Frank de Wolf deed eigenlijk prima mee, maar ging in twee coolers op rij onderuit. Eerst dubbelde hij George Rensen met boeren tegen azen en daarna schakelde Rensen hem uit met azen tegen tienen.
De exit van De Wolf betekende dat we naar de laatste tafel over gingen. Dat mocht Ad Schaap echter niet meer mee maken. Hij bustte in de laatste hand aan tafel één tegen Ruben Visser. De laatste tafel startte dus met acht spelers, met onderstaande seating en chipcounts.
Seat 1 – Marcel Goldenbelt – 41.000
Seat 2 – Tobias Peters – 81.000
Seat 3 – Joep van den Bijgaart – 114.000
Seat 4 – Kees van Brugge – 134.000
Seat 5 – Ruben Visser – 200.000
Seat 6 – Silvio Walter – 54.000
Seat 7 – George Rensen – 145.000
Seat 8 – Mathijs Hagenouw – 140.000
Silvio Walter bustte als eerste aan de laatste tafel. Marcel Goldenbelt dacht al zijn bounty gescoord te hebben toen hij trippelde in een hand tegen Walter, maar kwam bedrogen uit. Walter bleek nog 300 punten over te hebben. Die gingen de hand erna verloren in een pot tegen Ruben Visser, die de bounty dus voor zich opeiste. Geen bounty voor Goldenbelt dus en dat zou zijn verhaal worden.
Ruben Visser ging het daarna ineens erg voor de wind. Zo bustte hij Joep van den Bijgaart met koning-tien tegen diens zesjes. Visser leek uiterst comfortabel naar de zege te gaan, maar kreeg te maken Mathijs Hagenouw. Die sloopte hem in twee achtereenvolgende handen vakkundig en dus moest Visser met (bijna) lege handen naar huis. Visser had natuurlijk wel de nodige bounty’s verzameld, maar voor hem geen prijzengeld.
Dat was ook het geval voor Tobias Peters, die meer aandacht voor het WK Darts dan voor het pokeren leek te hebben. In een 3way pot, waarin Kees van Brugge de chiplead greep, ging Peters onderuit en kon hij zich volledig op het darten focussen. De bust van Peters betekende we dat we op de money bubble waren aangekomen, aangezien er drie betaalde plekken waren.
Alle ogen waren dan ook gericht op de shortstack in het veld George Rensen. Die wist echter eerst nog te verdubbelen tegen Kees van Brugge, maar een paar handen later schakelde diezelfde Van Brugge hem alsnog uit. Rensen hield zich knap staande in dit sterke deelnemersveld, maar het geld bleek net iets te hoog gegrepen.
Nadat de drie overgebleven spelers in het geld zaten was het Mathijs Hagenouw die voorgoed de chiplead zou grijpen. Hij won die in een grote pot tegen Kees van Brugge en zou die ook niet meer afstaan. Marcel Goldenbelt vond daarna zijn eindstation op plek 3, toen zijn two pair geen stand hield tegen de fluhsdraw van van Brugge. De flush kwam binnen voor Van Brugge en dus moest Goldenbelt bounty-loos het toernooi verlaten. Gelukkig voor hem niet met lege handen, want de derde plek leverde hem €4.655 op.
De heads-up ging tussen Mathijs Hagenouw en Kees van Brugge en het had er alle schijn van dat Hagenouw voor de slow kill ging. De heren hielden de potjes klein, maar ze werden bijna allemaal gewonnen door Hagenouw.
Ineens lag het er dan toch in. Van Brugge had met pocket boeren een prima hand en moest flippen om in leven te blijven tegen aas-vrouw van Hagenouw. En flippen is normaal gesproken een skill die Van Brugge tot in de puntjes beheerst, maar niet deze keer. Hagenouw hitte een aas op de flop én een vrouw op de river en dat bezorgde hem de zege.
Hagenouw kreeg voor zijn overwinning de som van €8.379. Belangrijker waren echter de bounty’s die hij had opgestreken, voor in totaal €10.380. Het totale prijzengeld voor Hagenouw was dan ook €18.759. Van Brugge mocht ook niet klagen. Met prijzengeld en bounty’s toucheerde hij €9.086.
Prijzengeld
Poker Speler | Punten | Prijs | |
1 | Mathijs Hagenouw | 0 | € 8.379 |
2 | Kees van Brugge | 0 | € 5.586 |
3 | Marcel Goldenbelt | 0 | € 4.655 |